Biobrandstoffen liggen onder vuur. Het verbouwen van koolzaad, suiker en mais
om daarvan biodiesel – en ethanol te maken, zou een bedreiging zijn voor de
mondiale voedselvoorziening, roepen critici zoals rapporteur Jean Ziegler
van de Verenigde Naties.

Bovendien komen er bij het omploegen van grasland ten behoeve van
suikerrriet- of koolzaadvelden broeikasgassen vrij. Die doen de
milieuvoordelen van biobrandstof teniet, stelden Amerikaanse onderzoekers
van de universiteit van Berkeley onlangs.

Maar het kan ook anders. Zo is het mogelijk om biodiesel te maken uit
afvalstromen zoals frituurvet en dierlijke vetten. Die scoren beter bij het
reduceren van de uitstoot van kooldioxide en concurreren niet met
landbouwgrond die voor voedsel wordt ingezet.

"Dierlijke vetten zijn een bijproduct dat al beschikbaar is. Je
hebt dus niet discussies over duurzaamheid zoals bij palmolie uit tropische
landen", zegt directeur Sjors Beerendonk van Sobel, een verwerker van
slachtbijproducten. Sobel is onderdeel van voedingsconcern Vion, met een
omzet van 7,4 miljard euro één van de grootste niet-beursgenoteerde concerns
van Nederland.

Sobel is op kleine schaal gestart met het verwerken van dierlijke vetten tot
biodiesel. "We willen ervaring opdoen met het proces en dit vervolgens
opschalen", aldus Beerendonk. Want Sobel ziet goede mogelijkheden met
biodiesel uit dierlijke vetten.

In Nederland leveren dier- en frituurvetten jaarlijks zo'n 240 kiloton
afval op, becijferde het Landbouw Economisch Instituut in een recent
rapport. Daarvan kan potentieel 180 miljoen liter biodiesel gemaakt worden,
wat neer komt op 2,2 procent van de Nederlandse dieselconsumptie.

Onderzoekscentrum SenterNovem zet hoger in. "Wij gaan ervan uit dat het
aanbod van frituurvet, vetzuren en dierlijke vetten potentieel 320 miljoen
liter biodiesel per jaar kan opleveren", geeft woordvoerder Pyter
Hiemstra aan.

De Europese Unie mikt op bijna zes procent biobrandstoffen in 2010, wat
voor Nederland neer komt op zo'n 485 miljoen liter biodiesel. De potentiële
productie van diesel uit restvetten kan daar niet aan voldoen, maar is meer
dan een druppel op de gloeiende plaat.

Vraag is uiteraard of de huidige stroom dier- en frituurvetten voornamelijk
zal worden ingezet voor biobrandstof. Beerendonk van Sobel: "Het ligt
niet voor de hand dat diervetten volledig beschikbaar komen voor verwerking
tot biobrandstof, want er blijft vraag naar deze vetten vanuit andere
markten, zoals die voor diervoeding."

In Breda pakt brandstofproducent BioDSL de zaken niettemin voortvarend
aan. "We zijn dit jaar gestart met de productie van biodiesel uit
frituur- en diervet. De totale capaciteit komt te liggen op tien miljoen
liter per jaar", zegt directeur Rinie van Tilburg.

Dieselvoertuigen kunnen in beginsel op honderd procent biodiesel uit restvet
rijden, al zijn er wel verschillen per automerk en model. "Dat zit 'm
niet zozeer in de motor, maar wel in de gevoeligheid van rubberslangetjes
voor biodiesel. Qua onderhoud moet je dit iets meer in de gaten houden",
zegt Van Tilburg.

Op kosten kan BioDSL momenteel concurreren met traditionele diesel. "We
leveren nu biodiesel uit afvalvetten tegen dezelfde prijs als gewone diesel,
zonder overheidssubsidie," aldus Van Tilburg. "Het probleem is
echter dat mensen biodiesel pas willen gebruiken als er een financieel
voordeel te behalen valt."

Volgens Beerendonk van Sobel is de productie van biodiesel uit dierlijk vet in
de regel iets duurder vergeleken met reguliere diesel. "De vraag moet
toch gestimuleerd worden met subsidie, of een bijmengverplichting zoals de
Europese Unie die voorstelt."

Punt van zorg is bovendien de inkoopprijs van dierlijk- en frituurvet.
Van Tilburg van BioDSL: "Prijzen zijn de afgelopen twee jaar
verdubbeld, mede door de belangstelling voor energietoepassingen."

Beerendonk van Sobel bevestigt dat de prijzen van diervetten en andere oliën
op elkaar reageren. "Als palmolie duurder wordt, betekent dit dat ook
de prijs voor dierlijk vet mee omhoog gaat, want plantaardige olie en
dierlijke vetten zijn deels substituten. Beide worden worden bijvoorbeeld
gebruikt voor diervoeding."

Het commerciële succes van biodiesel uit frituur- en diervetten
hangt dus nauw samen met de grondstofprijs van alternatieve brandstoffen.

Daarnaast telt de politiek zwaar mee. De Europese Unie wil dat lidstaten over
twee jaar 5,75 procent biobrandstoffen consumeren. Dat zal in eerste
instantie vooral gebeuren via bijmenging van biobrandstof bij reguliere
diesel en benzine.

Door de mondiale commotie rond biobrandstoffen onderzoekt de Europese
Commissie momenteel of er extra criteria komen voor de duurzaamheid van
biobrandstoffen. Die zouden biodiesel uit frituur- en diervet een streepje
voor kunnen geven op biodiesel uit koolzaad. Beerendonk: "In die
vergelijking komen onze producten er zeker gunstig uit."

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl